Dodengang Diksmuide

De dodengang te Diksmuide zijn de laatste bewaard gebleven belgische loopgraven uit de eerste wereldoorlog. Teneinde raad om de duitse opmars een halt toe te roepen werd de ijzervlakte onder water gezet. Grootschalige aanvallen werden hierdoor onmogelijk en beide kampen graven zich in. Op de linkeroever van de Ijzer bezetten de duitsers enkele posten waaronder een tactische uitkijkpost bovenop enkele petroleumtanks. Een eerste rechtstreekse aanvalspoging om deze onschadelijk te maken mislukte, dus besloten de belgen om een bajou te creëren, een verkenningsgang. Na 2 weken intensief nachtwerk waarbij men 6m per nacht vorderde, ontdekte men dat de duitsers ook een bajou hadden gemaakt in tegenovergestelde richting. Ze waren nog maar enkele meters van elkaar verwijderd en gedoemd elkaar te raken.

De bajoux werden nu ingericht als tranchees. Ze werden verbreed en verdiept, verstevigd van zandzakken met schietposten, schietposten werden ingericht en schuilplaatsen werden aangebracht. Doordat de vijandige loopgraven slechts enkele meters verwijderd waren, vonden er dan ook constant aanvallen en tegenaanvallen plaats. Al snel werden omwille van de vele slachtoffers dodengang genoemd een benaming die ook op officiële kaarten voorkwam. Aan de nachtelijke reparaties kwam geen eind, maar dat zal men toen ook over de oorlog en het dodental gedacht hebben. Uiteindelijk, na 4 jaar standhouden bereikt men in 1918 een wapenstilstand en konden de soldaten eindelijk de loopgraven verlaten.

 

Diksmuide, België

Diksmuide, België

Diksmuide, België

Diksmuide, België

 

 

Leave a comment